Eerste resultaten uit Nationaal Monitoringsprogramma voedselbossen

Rotterdam – 25 februari 2021.

12 november 2019 is het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen van start gegaan. Dit is een samenwerkingsverband voortgekomen uit de Green Deal Voedselbossen, met als betrokken partijen onder andere Utrecht Universiteit, Wageningen Universiteit, het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), stichting Akvo en stichting Voedselbosbouw Nederland. De belangrijkste doelen zijn om de ecologische, economische en sociale impact van voedselbossen op wetenschappelijk robuuste wijze te monitoren en evalueren, middels een langdurig en systematisch monitoringsprogramma, en om een netwerk te creëren waar ruimte is voor samen leren door de integratie van praktijkkennis met inzichten uit de wetenschap. Voedselbosbouw is een landbouwmethode die gebaseerd is op de ecologische principes van een natuurlijk bos. Inmiddels doen er 27 voedselbossen mee, samen goed voor 92 hectare, verspreid over heel Nederland. De voedselbossen hebben verschillende leeftijden variërend van net aangelegd tot meer dan 20 jaar oud, en de percelen waar zij op ontwikkeld worden kennen ook een grote variëteit in bodemtypes en geschiedenis.

In de winter van 2019/2020 is begonnen met grondig bodemonderzoek. De resultaten bevestigen het vermoeden dat zeker voor beginnende voedselbossen de bodemtextuur (zand, leem of klei) sterk bepalend is voor verschillen in waterhuishouding, koolstofopslag, vruchtbaarheid en bodemleven. Verrassender was het dat de effecten van het voormalige landgebruik (akker, weiland of bos) er voor deze bodemindicatoren minder toe lijken te doen, terwijl dit in theorie toch een belangrijke factor is. De bodem reageert namelijk traag op bovengrondse veranderingen, en effecten van vorig landgebruik zijn in sommige bodems decennia later nog zichtbaar. In toekomstige metingen zal blijken of en hoe snel deze eigenschappen veranderen in de verschillende voedselbossen, en of aanvankelijke verschillen naar verloop van tijd nog samenkomen met een toenemende leeftijd.

In de zomer van 2020 is er uitvoerig onderzoek gedaan naar de bovengrondse koolstofvoorraad en de biodiversiteit van de vegetatie. Een toename van de koolstofvoorraad blijkt duidelijk zichtbaar bij oudere voedselbossen die vanuit landbouwpercelen zijn gestart. Op basis van de eerste data en eerdere studies kunnen we voorzichtig stellen dat voedselbossen in staat zijn om na 20 jaar zo’n 40 ton koolstof (ca. 150 ton CO2) per hectare bovengronds op te slaan. Hier is de ondergrondse koolstof nog niet bij opgeteld. Uit het biodiversiteitsonderzoek blijkt onder meer dat niet zozeer de rijkdom maar vooral de samenstelling van soorten wilde kruiden verandert in oudere voedselbossen, wat de theorie grotendeels bevestigd. In 132 1m2 plots zijn er in totaal ruim 180 soorten wilde kruiden gevonden.

Tot slot lopen er nog onderzoeken naar de biodiversiteit van insecten en de sociale impact van voedselbossen en is er in samenwerking met stichting Akvo een app en webformulier gelanceerd waarmee deelnemers hun investeringen in geld en tijd en hun oogst in kilo’s en euro’s kunnen bijhouden, en de ontwikkeling over de tijd en verschillen tussen de deelnemende voedselbossen via een online dashboard kunnen vergelijken. Op een online forum en tijdens meerdere bijeenkomsten per jaar kunnen deelnemers met elkaar in discussie over de inzichten uit het programma, maar ook over praktische zaken.

Voor meer informatie over het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen klik hieronder of mail naar info@natvise.com.

Nationaal Monitoringsprogramma
Factsheet Voedselbossen